Interview
Cesar Casier
Van catwalk naar knitwear
Model Cesar Casier ruilde zijn leven in New York voor Vlaams breigoed. Met zijn Belgische knitwearlabel bewijst hij dat mode ook duurzaam, tijdloos en persoonlijk kan zijn. Een gesprek over breigoed, balans en waarom hij niet zomaar een “ontwerper” wil zijn.
Cesar, je bent begonnen als model op je 15de. Wat bracht je tot een eigen kledinglijn?
“Na zeven jaar in New York keerde ik een zestal jaar geleden terug naar België voor de liefde. In ons land is er heel wat minder modellenwerk en vraag naar high end modellen. Ik begon me dus te vervelen. Dat leidde tot mijn eerste kookboek én een kledinglijn. Eerst ontwierp ik T-shirts met spraakmakende quotes. Geen groot logo, gewoon iets leuks. Die verkocht ik via social media. Al snel contacteerden winkels me om ze ook te verkopen.”

Waarom koos je dan uiteindelijk voor knitwear?
“Ik droeg zelf die T-shirts niet. Ik hou van leuke basics, subtiel. Mijn moeder had een winkel, OONA, en via haar kwam ik in contact met een breigoedfabriek in Sint-Niklaas. Na een afspraak voelde ik meteen een klik. Het is een familiebedrijf dat al generaties meegaat. We begonnen met drie truien in drie kleuren. Die presenteerde ik zelf bij high-end winkels en zo is de bal aan het rollen gegaan.”
Van Gent naar de Himalaya
Je doet blijkbaar alles zelf?
“Klopt. Ik ontwerp alles, sta zelf in de winkel en showroom. Patronage heb ik niet gestudeerd, daar helpt mijn stiefmoeder me mee. Zij werkte jaren voor Ann Demeulemeester en geeft les op de modeacademie. Ik noem mezelf geen ‘ontwerper’, dat vind ik te groot. Maar mode is mijn passie. Ik wil basics maken die tijdloos zijn — geen hype, geen fast fashion.”


Wat maakt jouw knitwear anders?
“Alles is ‘Made in Belgium’. Dat is belangrijk voor mij. De kwaliteit is top, het kan gewoon in de wasmachine. Veel mensen zeggen: ‘Je zou meer verdienen als je in Portugal produceert.’ Maar ik hou voet bij stuk. Ik werk zonder personeel, dus de kosten blijven oké. Bovendien voelt het goed om lokaal te produceren.”
Je collecties zijn genderneutraal én duurzaam. Moeilijk?
“Zeker. Unisex is mooi, maar in de praktijk niet altijd evident qua pasvorm en kleuren. Daarom maak ik nu vaak aparte mannen- en vrouwencuts, maar dan met dezelfde vibe. Denk aan een cropped polo voor vrouwen en een short in badstof. Toch blijft die unisex spirit erin zitten.”
Hoe beïnvloedt je modellenwerk je ontwerpen?
“Door te reizen heb ik geleerd wat werkt. Je ziet zoveel stijlen, kleuren en sferen. Ik neem dat allemaal mee en het belandt op mijn moodboards. Maar modellenwerk is niet meer mijn hoofdactiviteit. Ik ben 36, ik heb het een beetje gezien. Vandaag komt 75% van mijn inkomsten uit mijn label. En eerlijk: ik wil in België blijven.”
Wat zeggen je moeder en stiefmoeder die jou toch geïnspireerd hebben in het nemen van deze wending?
“Ze zijn super supportive. Mijn mama helpt me met modellen zoeken en soms met de verkoop in de winkel, mijn stiefmoeder helpt me meer met het technische luik. Ze hebben elk een eigen stijl, wat net fijn is. Dat houdt mij in balans.”


Wat inspireert je verder?
“Reizen blijft belangrijk. Instagram, mijn vrienden, architectuur — ik neem alles in me op. Volgend jaar wil ik naar de Himalaya. Alleen. Even offline, even tot mezelf komen. Maar ook het dagelijkse leven inspireert. Een goed gesprek, een mooie straat, lekker eten. Mode is overal.”
Hoe belangrijk is lekker eten en gezondheid in jouw leven?
“Heel belangrijk. Mijn vader is hobbykok en liet me als kleine jongen altijd proeven. Ik heb dus van beide ouders iets geërfd. Ondertussen heb ik vier boeken geschreven, waaronder drie kookboeken Cesar’s Kitchen en Model Kitchen. Mijn recepten zijn eenvoudig en gezond, geïnspireerd door reizen in India, Mexico, Japan en Korea. En ja, modellen eten écht hoor. Toegegeven, ik let op mijn lijn, maar ik eet ook graag — bewust en gebalanceerd. Ik sport vijf keer per week, ga regelmatig naar de sauna, dat is voor mij pure ontspanning.”
En ook privé gaat het je voor de wind?
“Ja, ik ben twee jaar samen met Conrad Janssens (Hij is de zoon van ondernemer Glen Janssens, CEO van signalisatiebedrijf Trafiroad). Hij zit in het familiebedrijf en toont veel ambitie. Dat bewonder ik. We wonen nog niet samen, maar zijn wel veel samen. We vullen elkaar aan. Hij is jonger en geeft mij ook input. Eigenlijk zijn we allebei ondernemers, elk op ons eigen terrein. En dat werkt.”
Wat zijn je plannen voor de toekomst?
“De flagshipstore in Knokke wil ik behouden. De Duitse markt verkennen lijkt me ook sterk. De online verkoop loopt, maar de winkel werkt beter. Mensen moeten mijn stukken voelen. Daarom doe ik geen advertising of samenwerkingen met influencers. Mijn merk moet groeien op kwaliteit, niet op hype.”
Wil je meer ontdekken over Cesar’s collectie of zijn kookboeken?
Neem een kijkje op www.cesarcasier.com of bezoek zijn winkel in Knokke, Kustlaan 239.
Authentiek, eerlijk en Belgisch tot in de vezel.